Orgels
P.J. Adema, Amsterdam
De Amsterdamse werkplaats, gevestigd aan de Lauriergracht (tot 1984) stond onder leiding van Petrus Josephus Adema (in de wandeling Piet genoemd). De instrumenten van deze werkplaats waren allen beïnvloed door de ervaringen opgedaan bij de bouw van het orgel in de Mozes & Aaronkerk.Waren de orgels aanvankelijk nog voorzien van mechanische tractuur, in de periode hierna zou dit veranderen. In de Rooms-Katholieke Kerk te Uitgeest werd in 1898 een nieuw orgel opgeleverd, dat volgens een geheel andere bouwwijze was samengesteld. Net als bij de Utrechtse orgelmaker Maarschalkerweerd, werd de op Franse voorbeelden geënte klank gecombineerd met een Duits systeem voor windladen en tractuur: het pneumatisch systeem. Een gemakkelijke bediening en dito bespeelbaarheid waren de leidende gedachten achter deze ontwikkeling. Aan de wezenlijke verandering op het gebied van aanspraak en accuratesse werd kennelijk minder waarde gehecht. Volgens dit systeem werd in de daarop volgende jaren vrijwel elk nieuw orgel gebouwd. Het prototype te Uitgeest is aan alle pogingen tot modernisering gelukkig ontkomen.Nadat in 1919 Piet Adema was overleden, werd het bedrijf door zijn zonen Sybrand en Joseph afzonderlijk voortgezet.
Orgels van deze maker op plaatsnaam
A
- Amsterdam, Chr. Geref. Bloemgrachtkerk (schipperskerk) 1927
- Amsterdam, St. Thomas van Aquino ‘De Toren’ 1911
- Amsterdam, St. Franciscus Xaveriuskerk 'De Krijtberg' 1910
- Amsterdam, De Rode Hoed 1909
- Amsterdam, St. Hubertuskapel, Van Nispenhuis 1906
- Amsterdam, Vondelkerk (Allerheiligst Hart van Jezus) 1905
- Amsterdam, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis 1904
- Amsterdam, Dominicuskerk 1903
- Amsterdam, Rosa Gesticht 1897
- Amsterdam, St. Willibrordus buiten de veste , bouw koororgel 1890
- Amsterdam, St. Antonius van Padua, Mozes & Aäron 1887
- Amsterdam, St. Piusgesticht 1880
F
- Franeker, St. Franciscus 1888
G
- Gouda, Onze Lieve Vrouwekerk 1902
- Grave, Huize Mariëndaal 1898
H
- Haarlem, St. Antonius van Padua (Groenmarktkerk) 1913
- Haarlem, Kathedrale Basiliek St. Bavo 1907
- Haarlem, St. Josephkerk 1906
- Haarlem, O.L. Vrouw van den Rozenkrans (Spaarnekerk) 1891
- Harlingen, St. Michaelkerk 1898
I
- IJmuiden, St. Georgius 1901
K
- Kaatsheuvel-Loonschedijk, Hervormde Kerk 1885
- Kruisland, St. Gregoriuskerk 1892
- Kwintsheul, St. Andreaskerk 1900
L
- Lisse, St. Agatha 1914
- Lollum, Gereformeerde kerk 1888
N
- Nes aan de Amstel, St. Urbanus 1893
O
- Oldemarkt, St. Willibrordus 1885
P
- Pijnacker, H. Joannes de Dooper 1899
R
- Rotterdam-Feijenoord, H.H. Martelaren van Gorcum 1895
T
- Terheijden, St. Antoniuskerk 1880
U
- Uitgeest, Onze Lieve Vrouw Geboorte 1898
V
- Voorhout, Seminarie Hageveld 1878
W
- Wagenberg, St. Gummarus 1881
- Wateringen, St. Jan de Doper 1901
- Weesp, Nederlandse Protestantenbond, Van Houtenkerkje 1907
- Workum, St. Werenfridus 1885
Z
- Zwaagdijk-Oost, St. Joseph 1901
- Zwolle, Dominicanenkerk 1916